Laatst sprak ik een kennis die best eens yoga zou willen doen. Maar hij twijfelde: “Ik ben totaal niet lenig, dus dat wordt niets.” Dat is één van de fabels over yoga: dat je er lening voor moet zijn. Maar daar gaat yoga niet over.
Waarover dan wel? Het woord yoga komt uit het Sanskriet en betekent verbinding. Verbinding tussen je lichaam en je geest. Daar gebruik je je adem voor. Hieronder vind je een aantal vaak gehoorde fabels en hoe het wél zit.
Fabel 1: yoga is alleen voor lenige mensen
Slanke mensen in strakke pakjes die met gemak op hun hoofd gaan staan of hun benen in hun nek leggen. Je kent ze vast wel. En dan de gedachte: “Uhh, dat kan ik nooit, dus laat ik er maar niet aan beginnen.” Nergens voor nodig. Yoga is mogelijk voor iedereen. Zelf volg ik al jaren lessen bij een dame van in de 70 en de deelnemers variëren van 25 tot 75, lening en stijf. Wie niet in kleermakers- of lotuszit kan zitten, zit gewoon op een stoel. En doe je een evenwichtshouding, maar lukt het nog niet zo goed, dan steun je ergens tegenaan. De kunst is om je eigen grens op te zoeken en die ook te respecteren. Het gaat niet om je prestatie of hoe lenig degene naast je is, maar om de verkenning van wat voor jou ok voelt. En wanneer je dat doet, word je vanzelf soepeler. Als bijkomend effect, niet als doel. Daar help ik je bij in mijn lessen.
Fabel 2: je moet van nature al heel relaxed zijn
Ook dit is een veelgehoord zinnetje. Maar niets is minder waar. Juist voor de grootste stresskippen kan yoga een verademing zijn. Niet dat alles in één keer helemaal ontspannen voelt, maar oefening baart kunst. Ben je van nature een druk iemand? Begin dan met bewegelijke yoga-oefeningen en doe later pas de houdingen waarin je lang stil staat of zit. De eerste lessen die ik 12 jaar geleden volgde, voelden tergend langzaam. Pfff, wat leek iedereen relaxed. Ik wilde alleen maar bewegen en dat to- do-lijstje in mijn hoofd afvinken. Maar na verloop van tijd accepteerde ik gewoon dat ik me zo voelde en ik werd vanzelf wat rustiger.
Fabel 3: yoga doe je in een yoga- of sportschool
Is deels waar. Het is zinvol om de basisprincipes van yoga te leren van een goede docent, of dat nu in een yogacentrum of op een sportschool is. Maar yoga kan meer zijn dan dat ene lesuurtje per week. Je kunt het op ieder moment en overal toepassen. Als je staat te wachten bij de kassa bijvoorbeeld en eens bewust nagaat hoe je staat. Ben je ontspannen en sta je rechtop of sta je met gebogen rug en opgetrokken schouders? Zit je adem hoog in je borst of onder in je buik? Ook dat is yoga. Yoga zit in kleine dingen. En als je dat eenmaal weet, dan kan het altijd en overal. Ook tijdens je werk, lees daarvoor mijn andere blog over yoga tijdens je werkdag.
Fabel 4: bij yoga en meditatie doe je je best om nergens aan te denken
Nog zo’n misverstand. Yoga heeft namelijk geen vooropgezet doel. Hoezo niet, kun je denken? Ik wil toch ontspannen en fit worden? Mijn hoofd leeg maken? Inderdaad. Maar zodra je het gaat pushen, zal het je moeilijk lukken. Yoga gaat erom dat je leert te kijken naar wat er in jou en je omgeving gebeurt, zonder oordeel. Bijvoorbeeld: je bent in gedachten druk met je werk en ondertussen wil je ook een yogahouding zo goed mogelijk doen. Begin gewoon en laat je verwachtingen los. Je mag best nadenken. Laat die gedachten maar ronddartelen. Als je accepteert dat ze er zijn, dan worden ze vanzelf minder. Echt! En dan die houdingen. Als je jezelf niet al te serieus neemt en met vriendelijkheid kijkt naar die moeilijke houding, dan doe je gewoon wat jij op dat moment kunt. Who cares hoe het eruit ziet? Dus… een keer proberen maar?